Deze nascholing heeft twee doelen: Door een beter begrip van de werking van faalangst en het leren opvangen en herkennen van stresssignalen bij leerlingen krijg je meer zicht op de mechanismen die het verschil maken tussen een gezonde spanning en zelfondermijnend gedrag om zo ook zelf een aangenamere toets- en leeromgeving te kunnen bieden. Daarnaast kan je met korte en onmiddellijk bruikbare technieken en oefeningen je leerlingen leren om faalangst en negatieve stress beter te hanteren.
Een positieve spanning kan de basis zijn voor een gezonde competitiegeest en de “uitnodiging” inhouden om zich extra in te spannen.
Voor sommige leerlingen slaat die spanning meteen door in een negatieve stresssituatie waarin ze zichzelf verliezen in destructieve en zelfondermijnende gedachten en handelingen. Ze slapen slecht, kunnen niet meer gericht studeren of slagen er niet in zaken op een rustige manier te reproduceren en in het ergste geval haken ze gewoon helemaal af.
Deze training biedt handvatten om zodanig les te geven dat faalangst zoveel mogelijk vermeden wordt.
Tijdens deze training leren leraren ook om kinderen die toch faalangstig zijn een aantal concreet bruikbare hulpmiddelen aan te bieden om zichzelf niet te verliezen in de greep van faalangst. Het zijn soms kleine dingen die het verschil maken en die leerlingen kunnen helpen om de toetsenperiode met een goed gevoel af te ronden.